zondag 15 april 2012

Wat is de rol van intuïtie in onderwijs en jeugdzorg?

Nobelprijswinnaar voor de economie, Daniel Kahneman, toont in zijn boek “Ons feilbare denken” aan, dat in onze samenleving wij dikwijls te veel blind varen op de intuïtie van experts. Hij haalt hier met name onderzoeken aan van Paul Meehl en Robyn Dawes. De belangrijkste conclusie uit de onderzoeken is dat een eenvoudig algoritme vaak goed genoeg is om het oordeel van een expert ruimt te overtreffen.

Een klassieke toepassing van deze benadering is een simpel algoritme dat het leven van honderdduizenden zuigelingen heeft gered, de Apgar-test. Deze eenvoudige test die bij baby’s 1 minuut na de geboorte wordt afgenomen bepaalt aan de hand van vijf simpele variabelen (hartslag, ademhaling, reflex, spiertonus en kleur) wat de toestand is van de baby en of er ingegrepen moet worden. Sinds de invoering van de test is het aantal baby’s dat na de geboorte overleed significant afgenomen. Deze afname is gerealiseerd in weerwil van het feit, dat voor de invoering van de test dokters en verloskundigen op basis van hun ervaring en intuïtie bepaalden wat er nodig was. Ondanks de grote ervaring van veel van deze professionals, bleek dat zij toch heel vaak de verkeerde keuze maakten.

Een soortgelijk voorbeeld haalt Kahneman aan uit zijn eigen ervaring bij het Israëlische leger. Vroeger werden rekruten geïnterviewd door ervaren legerpersoneel, waarna deze door de wol geverfde oud-strijders op basis van hun eigen inzicht bepaalden voor welk legeronderdeel de rekruut het meest geschikt zou zijn. Later heeft men deze aanpak vervangen door een eenvoudige vragenlijst met een paar vragen. Vervolgens bleek dat de voorspellende kracht van die vragenlijst vele malen hoger was dan die van de intuïtie van de experts.

In het boek wordt vanuit de psychologie en de statistiek verklaard hoe het komt dat wij vaak te veel vertrouwen hechten aan het intuïtieve oordeel van experts. Het gaat te ver om dat hier nu uit te pluizen. Waar het mij wel om gaat is de vraag, in hoeverre er in bepaalde sectoren zoals onderwijs en jeugdzorg te veel wordt afgegaan op de intuïtie van bepaalde professionals, terwijl een hoger resultaat bereikt zou kunnen worden door te werken met eenvoudige algoritmes zoals de Apgar-test? Als er zoveel kinderen zijn met “een vlekje” die speciaal onderwijs nodig hebben, kan dat dan mede te maken hebben met de methodiek waarmee de oordeelsvorming plaatsvindt? Volgens mij een erg actueel vraagstuk!

dinsdag 20 maart 2012

Drie decentralisaties, wie let op de besparing?

Begeleiding van de AWBZ naar de WMO, Jeugdzorg naar de gemeente en de Wet Werken Naar Vermogen, de gemeenten hebben het er maar druk mee! De aandacht richt zich vooral op de inhoud van de zorg en de dienstverlening. Als echter de besparingen niet worden gehaald heeft de wethouder financiën een probleem. Naast de inhoud, is de decentralisatie vooral een bedrijfsvoeringsvraagstuk. Wie dat nu niet onderkent, betaalt straks de rekening.

Door de decentralisaties wordt het gemeentefonds verhoogd van ruim 16 miljard naar dik 24 miljard. De uitkering wordt voor elke gemeente gemiddeld met de helft verhoogd en dat betekent dat er op de totale begroting van een gemeente (waarvan het gemeentefonds een deel is) zo’n 17% bij komt. Het gaat om enorme bedragen. Daaraan gekoppeld zijn forse besparingen. De nieuwe werkwijzen moeten 5 tot 10% goedkoper zijn dan voorheen. Door de omvang van deze aardverschuiving is een procentje meer of minder het verschil tussen een zwembad openen of een zwembad sluiten.

De decentralisaties moeten tot lagere kosten leiden door efficiency, ontschotting en nieuwe samenwerkingsvormen. De praktijk is echter grillig. Vanuit het Rijk en de VNG zijn er transitiebureaus, voorbereidingscommissies en pilots, die hun eigen transitiekoker veelal niet overstijgen. Binnen de gemeente zijn het vaak meerdere portefeuillehouders en meerdere afdelingen, waardoor afstemming lastig is. Wie de sociale media volgt ziet daar dat er veel discussie is, maar vooral binnen de eigen kolom. De discussies en initiatieven vinden met name vanuit de inhoud plaats. Wat betekent het voor het gezin? Hoe zit het met zelfregie voor cliënten? Wat wordt de rol van het CJG? Op zich allemaal goed en nodig, maar van een zoektocht naar bedrijfseconomische voordelen door de beleidsvelden heen, is weinig te merken.

Vanwege de grootte van de bedragen en de risico’s die ermee samenhangen, zou het logisch zijn dat binnen elke gemeente de wethouder financiën en de afdeling middelen nu als een bok op de haverkist zouden zitten. Zij moeten ervoor zorgen dat de transities integraal gebeuren en zij moeten erop sturen dat zo de besparingen kunnen worden gerealiseerd. Waarom gebeurt dat dan onvoldoende? Eigenlijk zijn er twee redenen. Ten eerste zijn de decentralisaties elk voor zich technisch complex. Veel beleidsmedewerkers kunnen één kolom overzien, maar weinigen het hele gebouw. Voor de “fineuten” geldt dit evenzo. Ten tweede is de urgentie nog niet voelbaar. Als de besparingen niet worden gerealiseerd omdat er nu geen goed integraal fundament wordt neergelegd, dan ontstaat de pijn pas over een jaar of twee. Moet het zover dan maar komen? Beter van niet. De wethouder financiën is nu aan zet!

Voor meer info zie www.lokaal-actief.nl

maandag 12 maart 2012

www.lokaal-actief.nl voor decentralisaties

Vandaag is de website www.lokaal-actief.nl life gegaan. Lokaal Actief is een samenwerkingsverband dat ik heb opgericht samen met Gert van den Burg. Het doel van Lokaal Actief is dat partners, zoals gemeenten en instellingen in zorg en welzijn, elkaar op inhoud weten te vinden en bedrijfsmatig verantwoord samenwerken.

In het bijzonder richten wij ons hiermee op de drie decentralisaties:
- Jeugdzorg van provincie naar gemeente;
- dagbesteding van de AWBZ naar de Wmo;
- Wet Werken Naar Vermogen.

Deze drie decentralisaties zullen het sociaal domein op lokaal niveau de komende jaren grondig doen veranderen. Gert en ik hebben beiden een achtergrond als bedrijfseconoom, met een uitgebreide ervaring binnen de lokale overheid. Een goed moment om nu de handen in een te slaan en onze ervaring en expertise op dit gebied te bundelen.

Op www.lokaal-actief.nl staat te lezen wat wij voor gemeenten en instellingen op het gebied van werk & inkomen, zorg en welzijn kunnen betekenen. Daarnaast staat er meer informatie over het event over Decentralisatiesynergie dat wij op 11 april in Rotterdam organiseren.

zondag 19 februari 2012

Gemeentefinanciën zonder fineuten?

Als ik de krant moet geloven, dan zou een Rotterdams raadslid de suggestie hebben gedaan om de helft van de Rotterdamse ambtenaren weg te bezuinigen die zich bezig houden met financiën. Zij zitten niet in het primaire proces of in de uitvoering. Overhead dus, waar je ook wel zonder kan. Volgens mij is het een onzinnig idee.

Toen het geld nog overal tegen de kades klotste, viel een bepaalde inefficiënte of een gebrek aan sturing niet meteen op. In een periode waarin alle zeilen moeten worden bijgezet, valt het des te meer op als er niet goed op de centjes wordt gelet. De financiële problemen die bij gemeenten zijn ontstaan in de afgelopen jaren zoals bij de sociale dienst in Rotterdam, bij grondbedrijven of in de welzijnsportefeuilles, zijn vaker te wijten aan een tekort aan financiële mensen, dan aan een overschot. Vaak worden dit soort beleidsterreinen in overmaat gedomineerd door mensen met inhoudelijke kennis. In hun enthousiasme voor de inhoud, is er dan te weinig aandacht voor hoe het betaald en beheerd moet worden.

Natuurlijk, is het zo, dat als de hele gemeentelijke organisatie kleiner wordt, dat dan ook de financiële afdeling wel met wat minder toe kan. Het moet dan echter proportioneel zijn. In deze tijd de helft van de financiële mensen aan de kant zetten is net zoiets als in oorlogstijd bezuinigen op het leger. Niet verstandig.

Daarbij komen nog andere argumenten. Ten eerste krijgen gemeenten de komende jaren te maken met decentralisaties, die ervoor zorgen dat een gemiddelde gemeentelijke begroting zo’n 17% groter wordt. Dat budget moet wel beheerd en gecontroleerd worden en dat vraagt eerder om meer dan om minder handjes. Een ander zorgpunt is wat in Binnenlands Bestuur de “financiële braindrain” wordt genoemd. Steeds minder studenten kiezen ervoor om zich te bekwamen in de overheidsfinanciën. Op termijn wordt dat een groot probleem, ook voor gemeenten.

Gemeenten moeten in deze crisistijd zuinig zijn… vooral op hun financiële deskundigen.