vrijdag 18 maart 2011

Decentralisatie jeugdzorg is kans voor welzijn

We staan aan de vooravond van de decentralisatie van de jeugdzorg van provincies naar gemeenten. Een goede zaak, want het is belangrijk dat de aansturing van de jeugdketen zoveel mogelijk op één en hetzelfde bestuurlijke niveau plaatsvindt. Het maakt lijnen korter en maakt een meer integrale aanpak mogelijk.
Voor de welzijnssector ontstaat er een mooie kans. Doordat het preventieve en het curatieve deel van de jeugdaanpak nu beide in handen komen van de gemeente, gaat de gemeente zelf de financiële voordelen merken van een preventieve aanpak. Hoe meer preventie, hoe minder jongeren bij bureau jeugdzorg en hoe minder kosten voor de gemeente. Opeens ontstaat er dus een financiële prikkel om in te gaan zetten op preventie.
De welzijnssector is met name de sector die aan de preventiekant zit. In plaats van sluitpost op de begroting, kan jongerenwerk nu een gecalculeerde investering worden met aantoonbaar rendement voor de gemeente. Wel zal de welzijnssector daar dan op in moeten spelen, door te zorgen voor een degelijke bedrijfsvoering met goede prestatie-indicatoren en transparante kostprijzen. Op die manier moet het mogelijk zijn een business case te maken waar geen wethouder omheen kan!

zaterdag 5 maart 2011

Nut en noodzaak van de productenraming

Bij mijn benchmarkonderzoek naar de welzijnsfunctie bij gemeenten, ben ik inmiddels een paar gemeenten tegengekomen die geen echte productenraming hebben. Een productenraming is een soort uitwerking van de voor gemeenten verplicht gestelde programmabegroting. In de programmabegroting wordt op hoofdlijnen weergegeven wat een gemeente in een jaar wil bereiken, wat ze daarvoor gaan doen en wat het mag kosten. Het beleid van een gemeente is daarbij opgeknipt naar een stuk of tien programma’s, zoals: veiligheid, welzijn, verkeer en economie.
Omdat de programma’s vooral op hoofdlijnen zijn, is er een productenraming die op een wat gedetailleerder niveau beschrijft uit welke producten elk programma bestaat. De programmabegroting wordt door de gemeenteraad vastgesteld en de productenraming door het college van BenW.
Mij valt dus op dat sommige gemeenten geen productenraming meer hebben. Toch is dit wettelijk wel voorgeschreven volgens het Besluit Begroting en Verantwoording:

Art. 66.2 BBV:
De productenraming respectievelijk productenrealisatie bevat:
a. de uitwerking van de programma's in producten;
b. de geraamde respectievelijk gerealiseerde baten, lasten en het saldo per product;
c. het verdelingsprincipe waarmee de producten over de programma's zijn verdeeld.

Het afschaffen van de productenraming mag dus niet. Wel kan er natuurlijk voor gekozen worden om er een minimale variant op na te houden. Sommige gemeenten hebben een lijst met namen van producten, zonder dat verder beschreven is wat de producten inhouden. Weer een ander heeft de productenraming expliciet geïntegreerd in de programmabegroting. Met dit soort werkwijzen worden de grenzen van de wet opgezocht.
De vraag is of dit gewenst is. Een nadeel van de productenraming is, dat het behoorlijk wat ambtelijke capaciteit vraagt om te maken en bij te houden. Het heeft eigenlijk alleen zin als er dan vervolgens ook echt op gestuurd wordt. In de praktijk komt men daar vaak niet aan toe en dan is het dus alleen een verplicht nummer met veel lasten en weinig lusten.
Toch ben ik er voorstander van om weldegelijk een productenraming te maken en er iets mee te doen. Het abstractieniveau van de programma’s in de programmabegroting is namelijk te hoog om echt te weten wat er nu voor veiligheid, welzijn of verkeer wordt gedaan. Nadere specificering is dan nodig om te zorgen dat de gemeenteraad en dus ook de burger weet waar het belastinggeld aan uitgegeven wordt. Ook al gaat de raad er formeel niet over, de productenraming levert weldegelijk nuttige informatie die nodig is om de controlerende taak van de raad goed uit te voeren. Daarnaast is het voor wethouders belangrijk om via de productenraming duidelijke afspraken te hebben over wat er ambtelijk geleverd moet worden. Geheel in geest dus met wat de wetgever volgens mij heeft bedoeld, vind ik dat gemeenten hun werkzaamheden moeten verantwoorden in een productenraming.