We staan aan de vooravond van de decentralisatie van de jeugdzorg van provincies naar gemeenten. Een goede zaak, want het is belangrijk dat de aansturing van de jeugdketen zoveel mogelijk op één en hetzelfde bestuurlijke niveau plaatsvindt. Het maakt lijnen korter en maakt een meer integrale aanpak mogelijk.
Voor de welzijnssector ontstaat er een mooie kans. Doordat het preventieve en het curatieve deel van de jeugdaanpak nu beide in handen komen van de gemeente, gaat de gemeente zelf de financiële voordelen merken van een preventieve aanpak. Hoe meer preventie, hoe minder jongeren bij bureau jeugdzorg en hoe minder kosten voor de gemeente. Opeens ontstaat er dus een financiële prikkel om in te gaan zetten op preventie.
De welzijnssector is met name de sector die aan de preventiekant zit. In plaats van sluitpost op de begroting, kan jongerenwerk nu een gecalculeerde investering worden met aantoonbaar rendement voor de gemeente. Wel zal de welzijnssector daar dan op in moeten spelen, door te zorgen voor een degelijke bedrijfsvoering met goede prestatie-indicatoren en transparante kostprijzen. Op die manier moet het mogelijk zijn een business case te maken waar geen wethouder omheen kan!