Bezuinigen, bezuinigen en bezuinigen, is al
geruime tijd het credo bij de meeste gemeenten. Het onlangs gesloten
Lenteakkoord doet daar nog een schep bovenop. De belangrijkste gevolgen voor
gemeenten op een rijtje:
- De totale bezuinigingen in het akkoord bedragen 16 miljard euro. Doordat de hoogte van het gemeentefonds gekoppeld is aan omvang van de rijksuitgaven, zal dus het gemeentefonds naar rato worden gekort (trap-op-trap-af-methodiek). Gemeenten krijgen dus minder geld en zullen moeten bezuinigen.
- Vanaf volgend jaar moeten gemeenten, provincies en waterschappen verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. De partijen verwachten dat de staatsschuld naar beneden wordt gebracht wanneer lagere overheden worden gedwongen zaken te doen met het Rijk. Het gevolg hiervan voor gemeenten is, dat zij vermoedelijk enerzijds een lager rendement op hun vermogen halen en anderzijds hun mogelijkheden om te investeren beperkter worden.
- Door de maatregelen van het kabinet wordt het lastiger om een hypotheek te krijgen of in elk geval worden de voorwaarden minder gunstig. Dit heeft een negatief effect op de woningmarkt. Het gevolg daarvan is dat het een drukkend effect op de huizenprijzen zal hebben. Een gevolg daarvan is dan dat gemeenten minder OZB zullen kunnen innen bij hun ingezetenen.
- Ambtenaren moeten twee jaar genoegen nemen met een nullijn. Deze maatregel lijkt (financieel) gunstig voor gemeenten, maar het effect wordt teniet gedaan als gemeenten naar rato minder geld krijgen in het gemeentefonds. Bovendien heeft de VNG juist een voorlopig CAO-akkoord met de vakbonden afgesloten, dat uitgaat van 1 procent loonsverhoging per 1 januari van dit jaar, dan nog eens 1 procent per 1 april en in augustus een eenmalige uitkering. Als dat ongewijzigd blijft, dan betekent het dus dat de nullijn betaald moet worden uit de gemeentebegroting en ook dat leidt tot extra bezuinigingen.
- De totale bezuinigingen in het akkoord bedragen 16 miljard euro. Doordat de hoogte van het gemeentefonds gekoppeld is aan omvang van de rijksuitgaven, zal dus het gemeentefonds naar rato worden gekort (trap-op-trap-af-methodiek). Gemeenten krijgen dus minder geld en zullen moeten bezuinigen.
- Vanaf volgend jaar moeten gemeenten, provincies en waterschappen verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. De partijen verwachten dat de staatsschuld naar beneden wordt gebracht wanneer lagere overheden worden gedwongen zaken te doen met het Rijk. Het gevolg hiervan voor gemeenten is, dat zij vermoedelijk enerzijds een lager rendement op hun vermogen halen en anderzijds hun mogelijkheden om te investeren beperkter worden.
- Door de maatregelen van het kabinet wordt het lastiger om een hypotheek te krijgen of in elk geval worden de voorwaarden minder gunstig. Dit heeft een negatief effect op de woningmarkt. Het gevolg daarvan is dat het een drukkend effect op de huizenprijzen zal hebben. Een gevolg daarvan is dan dat gemeenten minder OZB zullen kunnen innen bij hun ingezetenen.
- Ambtenaren moeten twee jaar genoegen nemen met een nullijn. Deze maatregel lijkt (financieel) gunstig voor gemeenten, maar het effect wordt teniet gedaan als gemeenten naar rato minder geld krijgen in het gemeentefonds. Bovendien heeft de VNG juist een voorlopig CAO-akkoord met de vakbonden afgesloten, dat uitgaat van 1 procent loonsverhoging per 1 januari van dit jaar, dan nog eens 1 procent per 1 april en in augustus een eenmalige uitkering. Als dat ongewijzigd blijft, dan betekent het dus dat de nullijn betaald moet worden uit de gemeentebegroting en ook dat leidt tot extra bezuinigingen.