dinsdag 30 november 2010

Gat op de woningmarkt?


Vanaf 1 januari 2011 mogen woningcorporaties leegkomende woningen met een huur onder de 648 euro alleen nog maar verhuren aan mensen met een jaarinkomen tot 33.000 euro. Deze regeling is afgedwongen door de Europese Commissie en onlangs op 28 oktober bekrachtigd door de Tweede Kamer. De regeling is een interventie in de woningmarkt, die op zich niet zo vreemd is als je kijkt naar de gigantische hoeveelheid scheefwoners in Nederland. Scheefwonen betekent in feite dat iemand met een relatief hoog inkomen, profiteert van gunstige voorwaarden die zijn bedoeld voor mensen met een relatief laag inkomen. De relatief hogere inkomens zouden in feite via de vrije markt aan een woning moeten komen en niet via een woningcorporatie. De woningcorporatie profiteert namelijk van gunstige voorwaarden (vanwege hun sociale doelstelling), waar marktpartijen geen gebruik van kunnen maken. Als corporaties wel een groot deel van hun bezit gaan verhuren aan mensen waar het niet voor is bedoeld, dan is dat een vorm van oneerlijke concurrentie. Vandaar dus het ingrijpen uit Brussel.
Maar waar leidt dit nu toe? Op korte termijn in elk geval tot veel rumoer in de corporatiesector. Er zijn de nodige uitvoeringsproblemen en de deadline is al over een maand. Op de lange termijn zullen deze problemen echter wel wegebben, zodra de ergste kinderziektes zijn opgelost.
Een andere kwestie is de groep nieuwe woningzoekenden met een inkomen net boven de 33.000-grens. Stel iemand verdient 40.000 euro. Hij mag niet huren bij de corporatie en hij kan niet huren in de vrije markt, aangezien daar momenteel nauwelijks aanbod is (als gevolg van eerder genoemde scheve historische concurrentieverhouding). Een huis kopen is ook moeilijk, want men kan maximaal een hypotheek krijgen van ca. 160.000 Euro (= 4 jaarsalarissen). Voor dat bedrag is in de Randstad niets te koop. Een lastige kwestie dus voor een behoorlijk grote groep. Het is zaak dat corporaties en particuliere partijen de handen ineen slaan om oplossingen te vinden voor deze categorie woningzoekenden. Op de lange termijn zullen er ongetwijfeld gezondere en eerlijkere concurrentieverhoudingen ontstaan, maar op korte termijn is er sprake van behoorlijke frictie tussen vraag en aanbod!