De Algemene Rekenkamer heeft gisteren een rapport
uitgebracht waaruit blijkt dat de Rijksoverheid risico’s loopt door zich met
enige regelmaat voor van alles en nog wat garant te stellen (zie: hier).
De Tweede Kamer krijgt momenteel geen periodiek en integraal inzicht in de
risico’s voor de overheidsfinanciën, en de mogelijkheden om deze te beheersen.
Voor gemeenten is dit volgens mij eveneens een belangrijk
aandachtspunt. Formeel is overigens wel geregeld dat de gemeenteraad inzicht
moet krijgen in de risico’s. Deze dienen namelijk gerapporteerd te worden in de
verplichte paragrafen van de Programmabegroting. Desondanks, heb ik
verschillende keren van nabij meegemaakt dat het erg verleidelijk kan zijn voor
een gemeente om een garantstelling af te geven voor bijvoorbeeld een
kunstgrasveld of een voetbalkantine. In principe vind ik dat gemeenten dat niet
zouden moeten doen. Door zich er mee in te laten gaan ze eigenlijk op de stoel
van de banken zitten. Banken zijn erin gespecialiseerd om economische risico’s
in te schatten en daar een prijskaartje aan te hangen. Gemeenten zijn dat niet.
Het is dus maar zeer de vraag, waarom een gemeente een garantstelling zou
moeten afgeven voor een sportvereniging, als die vereniging bij de bank niet
verder geholpen kan worden.
Natuurlijk klinkt het sociaal en maatschappelijk betrokken
om de voetbalclub een handje te helpen. Maar welke garantie kan de club geven
dat het geweldig bestuur dat er nu zit er over 10 jaar ook nog zit? Mocht
overigens een gemeente vanuit het maatschappelijk belang toch iets willen doen
voor een sportvereniging, dan is het veel transparanter om gewoon een subsidie
te geven. Daarvan is de hoogte en de duur op voorhand te overzien en er zit
geen speculatief element in zoals bij een garantstelling. Kortom, wees
voorzichtig met garantstellingen, ook als gemeente!