Op diverse sites (zie bijv. Zorg en Welzijn: http://bit.ly/RsXQTE ) en in de media is een
discussie losgebarsten over de vraag of Jeugdzorg nog wel naar de gemeenten
gedecentraliseerd moet worden, nu er kennelijk op een bepaald vlak misstanden
zijn geconstateerd (rapport Samson). Mij valt op dat de reacties van de
tegenstanders van de decentralisatie, waaronder de kinderombudsman en Samson
zelf erg onlogisch en vooral emotioneel klinken.
Allereerst zou men zich moeten afvragen waarom tot de
decentralisatie is besloten. De redenen daarvoor zijn dat er te veel bestuurslagen
bij het jeugddomein betrokken zijn en dat er organisatorische problemen zijn
omdat zorg voor jeugd uit verschillende bronnen wordt gefinancierd. De sturing
kan dus beter en het proces kan efficiƫnter. De verwachting is dat het zelfs
zodanig beter kan, dat door de decentralisatie 10% bespaard kan worden.
Het seksueel misbruik is een probleem dat volgens mij van
een andere orde is. In het primaire proces gaan in een aantal gevallen, met bepaalde
doelgroepen dingen verkeerd. Dat heeft niets te maken met hoe zorg gefinancierd
wordt of vanuit hoeveel lagen er gestuurd wordt. De oplossing moet dan ook niet
bij de decentralisatie gezocht worden, maar bij beter toezicht (dat wel
centraal zou kunnen worden georganiseerd) of meer aandacht voor veiligheid in
de werkprocessen.
Stel we zouden het omdraaien. We decentraliseren niet en
alles blijft bij het oude. Welke garantie biedt dat, dat daardoor de veiligheid
van het kind wordt verbeterd? Hoe moeten dan al die andere organisatorische
problemen van wachtlijsten etc. opgelost worden? Waar moet dan de dekking van
die 10% besparing vandaan komen?
Kortom, het is onzinnig om een lang voorbereide decentralisatie
afhankelijk te stellen van een rapport dat over heel andere dingen gaat dan de
problemen die met de decentralisatie moeten worden opgelost. Leuk (voor wie er
van houdt) om een hype te veroorzaken in de media en onder de net gestarte
Kamerleden die graag hun eerste puntjes willen scoren, maar verstandig is het
geenszins.