zondag 24 juli 2011

Gemeenten denken niet economisch na over wijkeconomie

Onlangs verscheen het rapport ‘Doorzetten en loslaten’ van de landelijke Visitatiecommissie Wijkaanpak. Deze commissie heeft de aanpak in een aantal achterstandswijken onder de loep genomen en verbetervoorstellen gedaan. Eén van de aanbevelingen is dat wijkeconomie onvoldoende wordt ingezet. Voor zover er aan wijkeconomie gedaan wordt, zijn dat vooral ad hoc subsidieprojecten, maar aan een economische visie ontbreekt het.
Zelf heb ik het ook meegemaakt dat bij een gemeente bedacht werd dat de lokale economie wel gestimuleerd kon worden door bepaalde bedrijvigheid te subsidiëren. Daarbij werd onvoldoende de vraag gesteld waarom de bedrijvigheid er zonder subsidie niet was? Waarom de markt er niet zelf in voorzag? Hoe het in de toekomst zou moeten draaien zonder subsidie? Als die vragen niet goed beantwoord zijn en er geen duidelijke business case onder ligt, wordt het project een bodemloze put.
Waar het om gaat bij een visie op wijkeconomie is te kijken hoe en waar er waarde gecreëerd kan worden in een wijk en welke randvoorwaarden daarvoor nodig zijn. Op basis daarvan kan dan een terugverdienmodel gemaakt worden en kan gekeken worden wie de belanghebbenden zouden zijn die mee kunnen doen. De gemeente moet zich dan richten op het creëren van de randvoorwaarden en het inzichtelijk maken naar de toegevoegde waarde die gerealiseerd kan worden en het bijeen brengen van de partijen. Het is een hele opgave, maar als het goed is verdient het zichzelf terug. Dat is een heel ander beleid voor wijkeconomie dan het zoveelste ad hoc subsidieprojectje.