zaterdag 31 augustus 2013

Het verschil tussen Microsoft en de zorgsector?

Deze week werd bekend dat Steve Ballmer voortijdig vertrekt als topman van Microsoft. Hoewel de man een indrukwekkende staat van dienst heeft, is hij niet de geschikte persoon om het bedrijf te leiden in de fase waarin het nu zit. Microsoft verliest veel marktaandeel aan onder meer Google. Het bedrijf heeft het zwaar en de omstandigheden zijn drastisch gewijzigd ten opzichte van hoe het was in het afgelopen decennium.
Dat de topman van zo’n groot concern een stapje opzij doet is niet vreemd. In het bedrijfsleven gebeurt het vaak dat het leiderschap wordt aangepast aan de situatie waarin het bedrijf zich bevindt. Zo werd Jan Timmer aangesteld om bij Philips de Operatie Centurion uit te voeren en werd Ad Scheepbouwer binnengehaald om KPN uit het slop te halen. Zij beiden werden op hun beurt weer vervangen zodra andere leiderschapscompetenties dan de hunne meer gewenst waren.
Hoe gaat dit in de zorgsector? Decennialang heeft de sector (enkele incidenten daargelaten) zich in een tamelijk rustig vaarwater bevonden. Er moest op de winkel gepast worden. Een groot deel van de huidige leidinggevenden floreerde onder die omstandigheden. Zij waren boven komen drijven omdat zij in die situatie de besten waren. Inmiddels verkeert de sector echter in een zeer turbulente tijd. Door de decentralisaties (inclusief scheiding wonen/zorg) en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen moet het roer radicaal om. Creativiteit en ondernemerschap zijn vereist, maar ook veel gevoel voor bedrijfsvoering, aangezien er scherp aan de wind gevaren moet gaan worden.
Bij welke zorginstelling worden deze competenties nu op volle kracht in stelling gebracht? Er zijn er een paar waar ik het zie gebeuren. Echter, bij veel instellingen leiden nieuwe omstandigheden niet tot nieuw leiderschap. Wat je dan ziet gebeuren is eigenlijk dat er niets gebeurt. Afwachtend en defensief gedrag. Klagen over procedures en focussen op wat allemaal niet kan in plaats van wat wel kan. Een beetje zoals een konijn dat verstijfd van angst in de koplampen kijkt en weldra zal worden overreden.
Het is een observatie en wat mij betreft voelt het wat ongemakkelijk. Toch denk ik dat elke zorginstelling zich juist nu moet afvragen of er een verschil is tussen Microsoft en de zorgsector.


woensdag 7 augustus 2013

Decentralisatie jeugdzorg: zorgcontinuïteit + lage frictiekosten = risico gemeentebegroting!

In het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg worden gemeenten geacht om zorgcontinuïteit te bieden. Dit houdt in dat kinderen die op 1 januari 2015 in zorg zijn, gedurende 2015 het recht op die zorg behouden. Op zich is dat een fijne maatregel, voor de kinderen die het betreft, maar uiteraard zit er een kostenplaatje aan. Als je gaat transformeren en gaat werken volgens een nieuwe werkwijze, zou een deel van deze kinderen namelijk niet meer voor (dezelfde) zorg in aanmerking komen.
Naast de zorgcontinuïteit stellen veel gemeenten alles in het werk om frictiekosten bij instellingen te voorkomen en om niet al te grote veranderingen in één keer te willen doorvoeren.  Deze maatregelen zijn begrijpelijk. Uiteraard is er de gemeenten het nodige aan gelegen om niet al te veel over hoop te halen en om een goede relatie met aanbieders te bewaren. Het nadeel hiervan is echter dat er mogelijk te weinig wordt afgebouwd en te weinig getransformeerd. Als bewust de inzet slechts beperkt wordt teruggebracht om frictiekosten te voorkomen, heb je die kosten misschien niet, maar blijft het zorgvolume te hoog waardoor je op die manier meer uitgeeft dan kan.
Daarnaast is er het risico dat er te weinig wordt getransformeerd. Aanbieders van dure specialistische zorg moeten dat afbouwen. Om te voorkomen dat er frictiekosten ontstaan, wordt er dan bij dezelfde aanbieders extra zorg van een lichter en/of ander kaliber ingekocht. Echter vanuit een transformatiegedachte, zou het wellicht beter zijn om bij een hele andere partij in te kopen die bijvoorbeeld veel meer doet op het gebied van preventie. Zo iets gebeurt dan niet omdat de oorspronkelijke aanbieder een deel van zijn omzet moet behouden. Er is dan dus een sub-optimale situatie.
Recentelijk is uit een brief van de staatssecretaris aan de Algemene Rekenkamer gebleken welke bedragen VWS in 2015 denkt te korten op de gemeenten. Daaruit blijkt dat er geen sprake meer is van de oorspronkelijk 4% oplopend naar 15% in 2017. Gemeenten moeten rekening houden met percentages die wel eens fors hoger zouden kunnen liggen.
Het gemeentebestuur dat op weg naar verkiezingen nog even rustig aan wil doen of dat de warme relatie met zijn bestaande zorgaanbieders nog even in stand wil houden, kan dat uiteraard doen. Wel is het dan zaak om nu al meteen te bedenken welke zwembaden er straks gesloten gaan worden om het gat in de begroting te dichten dat vermoedelijk gaat ontstaan.

woensdag 26 juni 2013

Woningcorporaties moeten failliet kunnen…!

Als een woningcorporatie financieel in de problemen komt is er een garantiestructuur om de corporatie overeind te houden. Deze structuur houdt in dat in het geval van financiële problemen, andere corporaties bijspringen (via het WSW). Als dat onvoldoende helpt, bieden de gemeenten en het Rijk gezamenlijk een achtervang. In de Vestia-affaire speelde dit en hebben de corporaties collectief fors bijgedragen aan het oplossen van het debacle.
Naar mijn mening is het niet goed om via een dergelijke garantiestructuur slecht presterende organisaties de hand boven het hoofd te houden. Er gaan te veel verkeerde prikkels van uit. Het stimuleert om grote risico’s te nemen (derivaten of boot). Het straft de brave leerlingen (zowel andere corporaties als gemeenten) die moeten opdraaien voor het onverantwoord gedrag van sommige slechte leerlingen. Het risico bestaat voorts dat er onvoldoende “schoon schip” gemaakt kan worden nadat iets is misgegaan, omdat veelal met de bestaande mensen en de bestaande organisatie zal worden verder gegaan.
Natuurlijk begrijp ik, dat de regeling vooral ook de bescherming van huurders beoogt. Wat gebeurt er als je huurder bent bij een failliete corporatie? Word je dan op staande voet op straat gezet? Volgens mij niet. De woningen behouden een bepaalde waarde en er zullen altijd weer andere investeerders (en wellicht ook corporaties) zijn die tegen de dan geldende marktwaarde zullen willen instappen. De woningen leeg maken, betekent het stilleggen van een kasstroom die juist in een dergelijke situatie hard nodig is. Wel kan het er toe leiden dat na verloop van tijd een deel van de woningvoorraad een andere bestemming krijgt, maar dat is dan niet terstond en bovendien kan dat nodig zijn als een bepaald complex een negatief rendement heeft.
Vanuit macro-economisch perspectief wordt de sector op deze manier efficiënter, waardoor er in principe zelfs meer middelen overblijven om bewust in te zetten voor een maatschappelijke doelstelling. In de uitvoering zou er gekeken moeten worden dat er voor de huurder geen al te scherpe randjes aanzitten. Voor de huurders als geheel is een efficiëntere sector alleen maar gunstig.

Inmiddels weten we dat ziekenhuizen ook failliet kunnen gaan en niet door de sector of de overheid kunstmatig overeind worden gehouden. Waarom kan dit niet ook bij woningcorporaties? Beter is het uiteraard als het niet gebeurt, maar het zal de sector gezonder maken als de tucht van de markt hier wat meer zou worden toegelaten.   

woensdag 13 februari 2013

Aanpak salarissen corporatiesector populisme of realisme?

In de brief van minister Blok aan de Tweede Kamer over het akkoord op de woningmarkt, staat dat corporaties geacht worden de verhuurdersheffing en hun investeringen te betalen uit onder meer verlaging van salarissen in de corporatiesector. Ik vraag mij af waarom dat er staat. Het lijkt erop dat het vooral een reactie is op de exorbitante topsalarissen van enkele corporatiedirecteuren in de sector. Als dat zo is, dan dient zich de vraag aan of er maatregelen gaan volgen die specifiek gericht zijn op het innen van een extra heffing bij die corporaties waar de desbetreffende zonnekoningen werkzaam zijn. Vooralsnog lees ik daar niets over. Als de berekeningen die ten grondslag liggen aan het akkoord een generiek karakter hebben, waarbij alle corporaties over een kam worden geschoren, dan zou dat bedenkelijk zijn. In feite komt het er dan op neer dat corporaties met passende salarissen veel minder investeringsruimte hebben dan corporaties met topsalarissen. Aanvullend beleid met een differentiatie op corporatieniveau is dus nodig om de regeling reëel te laten zijn. Zo niet dan is het een populistische opmerking in het akkoord met een averechts effect voor de goede corporaties in de sector.

donderdag 24 januari 2013

Eed van Hippocrates is drogreden van artsen GGZ in discussie over besparing

Gisteren is een advies uitgelekt van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) over hoe in de toekomst goedkoper gewerkt kan worden in de geestelijke gezondheidszorg. Een belangrijk uitgangspunt daarbij zou dan moeten zijn dat verzekeraars het behandelen van vastgestelde ziektes nog wel vergoeden, maar het behandelen van klachten (zonder dat een ziekte is vastgesteld) niet. De aanleiding hiervoor is de ernstig uit de hand lopende zorgkosten.
In het journaal werd hierop vanuit de sector gereageerd door een GGZ-arts. Hij gaf daarbij aan dat deze maatregel onuitvoerbaar zou zijn omdat artsen dan in strijd zouden moeten handelen met hun beroepseed. Voorts zou dat er dan toe leiden dat bewust andere diagnoses gesteld zouden worden om zo wel in aanmerking te komen voor een vergoeding.
Het beroepen op de eed is volgens mij een drogreden. De eed schrijft voor dat patiënten zo goed mogelijk behandeld moeten worden, maar niet dat dat op voorwaarde is van een financiële vergoeding. Ik pleit er hier niet voor dat artsen maar gratis moeten gaan werken, echter het verschuilen achter die eed is niet correct. Vervolgens zou het bewust vaststellen van een andere diagnose (het opstarten van een andere DBC) overigens wel in strijd zijn met de eed. Er wordt dan namelijk gesjoemeld met de geneeskunst en je kunt moeilijk stellen dat die op die manier juist wordt uitgeoefend.
Al met al is het natuurlijk een ingewikkelde kwestie. De kosten rijzen de pan uit en daar moet iets aan worden gedaan. Naar mijn mening dienen de artsen te opereren binnen de spelregels zoals die worden vastgesteld door degene die gaat over het geld.
De bekostiging via DBC’s kent veel nadelen als het gaat om sturen op kostenbeheersing. Idealiter zouden naar mijn mening artsen zelf een budget moeten krijgen waar ze binnen moeten blijven. Als hun streven dan is om op grond van hun eed zo goed mogelijke hulp te verlenen, dan zouden ze op basis van dat uitgangspunt wellicht ook kunnen kijken wie het meest urgent de intensiefste hulp nodig heeft en welke de lichtere gevallen zijn waar minder inzet voor mogelijk is. Op die manier wordt de verantwoordelijkheid voor de kosten dichter gelegd bij degene die gaat over het maken van de kosten. Dat zou volgens mij vooruitgang zijn, maar wel een grote verandering voor de dokter. Bijzonder lastig, maar meer zorg leveren dan er geld is, kan evenmin een oplossing zijn.