maandag 15 november 2004

Deelgemeenten op de schop?

Momenteel is er in Rotterdam een heftige discussie gaande over het al dan niet opheffen van de deelgemeenten. Deze discussie wordt met name op gang gebracht door het Stadhuis: kringen rondom de wethouders en de gemeenteraad. Ik ben het niet eens met de wijze waarop een en ander ter sprake wordt gebracht. Het klopt dat bestuurlijk in Rotterdam een aantal zaken niet goed verlopen. Een logische vraagstelling zou dan moeten zijn: hoe kunnen wij de problemen oplossen en welke mogelijkheden zijn daarvoor beschikbaar? In plaats daarvan komt steeds de vraag naar voren: kunnen we de problemen oplossen door het opheffen van de deelgemeenten? Wanneer dit de werkwijze is, dan is er geen sprake meer van een objectieve probleemanalyse, want de oplossing ligt al in de vraagstelling besloten. Ik ben van mening dat deelgemeenten veel nuttig werk verrichten en dat zij de kloof tussen burger en bestuur verkleinen. Wel denk ik dat in Rotterdam op sommige terreinen de bevoegdhedenverdeling tussen gemeente en deelgemeenten niet goed is geregeld waardoor er onduidelijkheid, soms frustratie en af en toe ook fouten ontstaan. Daar zou naar gekeken moeten worden. Tevens denk ik dat sommige stedelijke diensten in Rotterdam niet naar behoren functioneren, waardoor eveneens problemen ontstaan. Echter, dit aspect blijft volledig buiten beeld wanneer de discussie volledig gericht is op het deelgemeentebestel. De gedwongen winkelnering (een regel die zegt dat deelgemeenten alleen bij de gemeentelijke diensten mogen inkopen, ook als externe marktpartijen goedkoper en beter zijn) is door het huidige college van B en W nog niet afgeschaft. Voor een goed gemeentelijk bestuur zou die afschaffing in mijn optiek erg gezond zijn. Ik hoop dat de discussie nog even doorgaat, dat hij zuiver gevoerd wordt en dat er dan ook werkbare oplossingen uitkomen.